Schutterspark - Hangvennen fase II


Hangvennen in het Schutterspark

Aan de rand van Brunssum ligt het Schutterspark, in tweeën gesplitst door de Roode Beek. Het deel richting de woonkern van Brunssum doet vooral dienst als recreatieterrein en het deel richting de Ring Parkstad geeft de ruimte om van de natuur te genieten. Vroeger was dit een open heideterrein (zie figuur 1 en figuur 3, plaatje 1800).  Op de helling lagen op diverse plaatsen hellingveentjes, de zogenoemde ‘hangvennen’. Deze vennen ontstaan op plaatsen waar water uit bronnen opborrelt, en door samenstelling van de bodem en het terrein slechts langzaam kan wegsijpelen. In de loop der tijd hoopt plantmateriaal zich op in de natte delen, waardoor een veenlaag ontstaat. 

Toen de mijnen kwamen is in dit deel veel bos aangelegd om hout te leveren voor de mijnbouw in de buurt (figuur 2). Dit ging niet zomaar. Omdat het terrein zo nat was moesten er veel sloten worden gegraven op de helling om al het grondwater af te voeren. Hierdoor verdroogde het gebied en verdwenen de venen (figuur 3, plaatje 2000). Nadat de mijnen gesloten werden daalde de vraag naar hout en kregen ook deze bossen een meer recreatieve functie. Het bos groeide door en doordat bomen veel water verdampen werden de natte plekken steeds kleiner. 

 

Kaart eind 18e eeuw
Figuur 1: Eind 18e eeuw bestond het gebied uit heideterrein met venen.
Kaart 1960
Figuur 2: Kaart 1960: ten behoeve van de mijnbouw is veel bos aangeplant.

Het eerste herstel van de hangvennen

Begin deze eeuw kwam het besef dat de laatste natte stukjes aan het verdwijnen waren en de bijzondere planten en dieren die hier leven daarmee ook. Daarom zijn rond 2007-2008 delen van het Schutterspark hersteld. Hier zijn alle sloten die gegraven zijn weer dichtgemaakt en zijn de bossen omgevormd tot een open terrein. Bijzondere soorten als beenbreek, klokjesgentiaan en vleesetende planten als kleine en ronde zonnedauw (zie foto's bovenaan deze pagina) begonnen weer te groeien en de natte plekken werden weer groter. Op deze natte plekken begon weer veenmos te groeien, dat veel water en CO2 opslaat en daarmee een veen ‘bouwt’. Het gebied lijkt qua natuurlijke omstandigheden veel op de Brunssumerheide, en heeft er waarschijnlijk vroeger ook zo uitgezien (zie rechterfoto bovenaan deze pagina). Omdat hangvennen zo bijzonder zijn en zo weinig voorkomen in Nederland en ook Europa, willen we de vennen die nu nog in het aangeplante bos verborgen liggen herstellen. Het herstel vindt plaats in het kader van het Landelijk Programma Natuur en het Europese project Interreg ADMIRE.  In samenspraak met gemeente Brunssum voert Bosgroep Zuid Nederland de herstelmaatregelen uit.

Maatregelen

Bos omvorming
Op de plekken waar de mooiste hangvennen te ontwikkelen zijn wordt het bos omgevormd naar open terrein. Ook net boven deze plekken gaan we de helling open maken zodat er minder water verdampt wordt door de bomen en de hangvennen sneller kunnen groeien. Tenslotte gaan we de bestaande en nieuwe hangvennen met elkaar verbinden zodat er één groot hangven ontstaat. Dit is voor de planten en dieren in het hangven belangrijk, door verschillende populaties met elkaar te verbinden ontstaat een grotere, gezondere populatie. 
Om de hangvennen heen blijft het bos bestaan. Uiteindelijk wordt er voor het herstel in het ca. 80 hectare grote Schutterspark 4 hectare bos omgevormd en ongeveer 1000 meter greppel gedempt. 

Afvoer van voedingstoffen
Waar we het bos kappen ligt vaak een dikke laag bladeren. Als we deze laten liggen groeien er straks alleen bramen en brandnetels door de opgehoopte voedingsstoffen die erin zitten. Deze laag schrapen we er daarom af. Daarmee komt de zandbodem weer boven en kunnen zaden die nog aanwezig zijn uit het vroegere hangven weer ontkiemen. 

Aanplant nieuw bos
Ter compensatie van het omgevormde bos planten we aan de rand van de Brunssumerheide  4 hectare nieuw bos met verschillende boom en struiksoorten.

Interregvlaned_project_rgb_pos_white_Interregvlaned_cmyk_pos.png
Figuur ontwikkeling hangvennen
Figuur 3: De ontwikkeling van de hangvennen. Rond 1800 was het een nat gebied dat bestond uit hellingveentjes, ook 'hangvennen' genoemd. Rond 2000 zijn de venen verdwenen door verdroging en bosaanplant. Doel is om met herstelmaatregelen behalve bos ook hellingveentjes, droge en natte heide de ruimte te geven.
Logo Prov Limburg gesubsidieerd door (kleur).jpg
logo gemeente brunssum.png
In Europa zijn bijna geen hangvennen. De planten en dieren die in de hangvennen leven zijn daardoor veel zeldzamer dan de planten en dieren die in bossen leven. Om deze planten en dieren ook in de toekomst te laten overleven is het belangrijk dat we de hangvennen herstellen.
Ja, op korte termijn wel. Bossen leggen CO2 vast in hun hout. Als er bos wordt gekapt, komt CO2 vrij. Afhankelijk van de bestemming van het hout, zal dat meer of minder zijn. Wanneer het hout wordt gebruikt voor houtbouw, ligt de CO2 voor langere tijd vast. Als het hout wordt verbrand of gecomposteerd, komt de CO2 weer vrij in de lucht.

Het veengebied dat zal ontstaan in de hangvennen, legt meer en langer CO2 vast dan het bos. Daarnaast planten we 4 hectare nieuw bos aan, waardoor we op termijn zowel in het bos als in het veengebied koolstof vastleggen.
Het hout dat van goede kwaliteit is wordt gebruikt om allerlei producten van te maken, zoals triplex, speelgoed en andere houtwaren. Zo zullen we voor een deel van de stammen een lokale toepassing zoeken. De resten van het tak- en tophout worden gebruikt voor duurzame energie-opwekking.
De werkzaamheden vinden aankomend najaar en winter plaats. Als het terrein in de winter te nat wordt dan worden werkzaamheden dan zullen de werkzaamheden worden uitgesteld tot een droger moment, zodat de zware machines de bodem niet teveel beschadigen.
Er wordt een structuurrijk en soortenrijk bos terug geplant, met veel bomen en struiksoorten die leefgebied vormen voor insecten en vogels. Bij de keuze van planten wordt gekeken naar soorten die passen in de regio. Door veel verschillende soorten aan te planten wordt een veerkrachtig en klimaatbestendig bos gecreëerd. De geplante soorten zijn o.a. winterlinde, wilde appel, haagbeuk, wintereik en spaanse aak. In de bosmantel komen o.a. sleedoorn, meidoorn en gele kornoelje
De overheid trekt in het Landelijk Programma Natuur 3 miljard euro uit om kwetsbare natuurgebieden, die gevoelig zijn voor stikstof, te herstellen en versterken. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), de provincies en samenwerkingspartners staan samen voor de taak om deze natuurherstelopgave te realiseren. Per gebied wordt gekeken welke maatregelen noodzakelijk zijn voor het herstellen van de natuur.
In het Interreg-project ADMIRE werken 10 partners in Vlaanderen en Nederland grensoverschrijdend samen rond veengebieden. Daarbij staan het behoud, herstel en beheer van natuurwaarden in een breed samenwerkingsverband voorop, maar zal ook de klimaatimpact van deze belangrijke natuurgebieden bekeken worden via uitgebreid onderzoek. Meer informatie over het project is te vinden op https://www.grensregio.eu/projecten/admire

Locatie